Toelichting
De provincie werkt aan het "Ruimtepact 2040" oftewel het nieuwe Beleidsplan Ruimte voor Limburg. Met het Ruimtepact 2040 tekent de provincie de krijtlijnen uit voor het ruimtelijk beleid van Limburg op weg naar 2040. Een hoofdlijn van het beleid is het beperken van het bijkomend ruimtebeslag om de open ruimte maximaal te vrijwaren. Het Ruimtepact 2040 is een plan met ruimtelijke principes die moeten bijdragen aan een zuinig ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit en een kwalitatieve leefomgeving in Limburg. Het Ruimtepact 2040 wordt voor de provincie het referentiekader voor ruimtelijke keuzes en een toetsingskader voor de advisering en beoordeling van gemeentelijke plannen en projecten. Het Ruimtepact 2040 zal het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) vervangen.
Parallel wordt een plan-MER opgemaakt dat de impact van het beleidsplan op het milieu onderzoekt. De aanbevelingen uit het ontwerp plan-MER werden zoveel mogelijk geïntegreerd in het ontwerp Ruimtepact 2040.
Op 14 december 2022 stelde de provincieraad het ontwerp-Ruimtepact 2040 en het ontwerp-Plan-MER voorlopig vast. Van 17 februari 2023 tot en met 17 mei 2023 vindt er een openbaar onderzoek plaats over het ontwerp Ruimtepact 2040 en het ontwerp Plan-MER, met inspraak en participatie van de bevolking in Limburg. Op 20 maart 2023 organiseerde de provincie een infomarkt op de PIBO-campus in Tongeren.
Eerder in de procedure werd vanuit de stad Tongeren reeds advies uitgebracht op het provinciaal beleidsplan in opmaak. Het CBS heeft in zitting van 17 januari 2020 een gunstig advies uitgebracht op de conceptnota, met de vraag om betrokken te worden bij de verdere uitwerking van het beleidsplan. Het CBS heeft in zitting van 10 december 2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend op het voorontwerp van het Beleidsplan Ruimte Limburg, waarbij o.a. gesteld werd dat er niet akkoord gegaan werd met de (volledige) schrapping van KMO-zone Noord.
Het ontwerp van het Ruimtepact 2040 bestaat uit een strategische visie en drie beleidskaders.
De strategische visie schetst een toekomstperspectief voor Limburg in 2040 en bevat zeven strategische doelstellingen die de krachtlijnen en de richting uitzetten voor het ruimtelijk beleid:
Het ontwerp Ruimtepact omvat 3 beleidskaders die operationele doelstellingen en een set van acties bevatten om het ruimtelijk beleid waar te maken:
Het ontwerp Ruimtepact 2040 selecteert een aantal ruimtelijke elementen op provinciaal niveau, waarvan er ook enkele gesitueerd zijn in Tongeren. Het provinciale ruimtelijke beleid focust zich op deze provinciaal geselecteerde elementen. In het ontwerp Ruimtepact staan volgende gebiedsgerichte uitspraken die specifiek betrekking hebben op Tongeren.
Advies
Bij de verdere gebiedsgerichte uitwerking van de doelstellingen en acties in (of met een invloed op) Tongeren wenst het stadsbestuur nauw betrokken te worden zodat de provinciale ruimtelijke planningsinitiatieven optimaal afgestemd kunnen worden op de lokale doelen.
De Stad Tongeren wenst volgende specifieke opmerkingen te maken over de raakpunten of specifieke impact van de provinciale beleidsintenties op het stedelijk ruimtelijk beleid.
Strategische Visie
De Strategische Visie behandelt ruimtelijke uitdagingen die ook in Tongeren aan de orde zijn, zoals het valoriseren van de ruimtelijke regionale eigenheid; het versterken van steden, dorpen en het open ruimtesysteem; het op elkaar afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit; het faciliteren van duurzaam ondernemen; het integreren van hernieuwbare energie en het geven van ruimte aan de fietser. Het is goed dat deze doelstellingen ook vanuit bovenlokaal perspectief nagestreefd en bewaakt worden en dat de Limburgse gemeenten - via de advisering van gemeentelijke plannen door de provincie - gestimuleerd zullen worden om deze doelstellingen te laten doorwerken in de plannen op gemeentelijk niveau.
Beleidskader Wonen in stads- en dorpskernen
Stad Tongeren wil haar rol als ‘provinciaal stedelijke kern’ in de woningmarkt Zuidoost-Limburg opnemen en haar centrumfunctie vervullen door het woonaanbod te versterken in het afgebakend kleinstedelijk gebied. De overige kernen van Tongeren zijn lokale woonkernen, waar woonontwikkelingen op maat mogelijk moeten blijven, aangestuurd door het gemeentelijk ruimtelijk woonbeleid. Neerrepen en Berg zijn bestaande woonkernen die niet als dusdanig in het ontwerp beleidsplan zijn geselecteerd. De kern Diets-Heur wordt nu bij Vreren beschouwd. In het definitief Ruimtepact 2040 moeten Neerrepen en Berg bijkomend en Diets-Heur als aparte ‘lokale woonkern’ geselecteerd worden, vanuit volgende argumentatie:
Beleidskader Open Ruimteschakels
Stad Tongeren kan akkoord gaan met de aanduiding van de open ruimteschakels in Tongeren. De open ruimtecorridor langs de N79 werd in het RSPL van 2003 ook al geselecteerd als ‘provinciale open ruimteverbinding’ en werd daarom ook zo in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Tongeren opgenomen. De stad Tongeren stelt de voorwaarde dat de provincie de open ruimtecorridor langs de N79 verder uitwerkt, afbakent en eventueel juridisch verankert in een provinciaal RUP, waarbij alle mogelijke ruimtelijke en financiële consequenties ten laste zijn van de provincie.
Beleidskader Economische Ruimte
Stad Tongeren staat positief t.a.v. de voorgestelde operationele doelstellingen en acties om de verwevingsgraad van economische activiteiten in de kernen te verhogen en om het ruimtelijk rendement, de duurzaamheid en de omgevingskwaliteit te verhogen op bedrijventerreinen. Hiervoor zijn er ook kansen in het stadscentrum en op de regionale bedrijventerreinen Tongeren-Oost en Overhaem. Stad Tongeren is bereid om mee te werken aan initiatieven terzake die vanuit de provincie opgezet worden.
Stad Tongeren gaat niet akkoord met de voorgestelde schrapping van KMO-zone Noord. Voor deze KMO-zone werd in 2017 nog een gemeentelijk RUP definitief vastgesteld, waarbij er 5,7 ha bedrijventerrein werd bestendigd (zie figuur als bijlage). In het advies op het voorontwerp beleidsplan stelde het CBS dat enkel akkoord kon gegaan worden met een eventuele schrapping van het zuidelijk deel van de KMO-zone ten belope van ca. 2,3 ha. De provincie houdt in het ontwerp Ruimtepact echter vast aan de volledige schrapping van de KMO-zone om ruimtelijke en landschappelijke redenen (impact op landschap en Fruitspoor). Het noordelijk gedeelte van ca. 3,4 ha kan voor stad Tongeren geenszins geschrapt worden. Gelet op het reliëf van het terrein, doet een ontwikkeling van het noordelijk gedeelte geen afbreuk aan de groenblauwe ader en de landschappelijke beleving vanop het Fruitspoor. Gezien de schrapping van het noordelijk en zuidelijk deel blijkbaar één en ondeelbaar is voor de provincie, verzet de stad Tongeren zich tegen de aanduiding van KMO-Noord als ‘mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein’. De KMO-zone Tongeren-Noord is in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) geselecteerd als lokaal bedrijventerrein (bindende bepaling 10). De uitbreiding van KMO-Noord, zoals beoogd in het BPA KMO-Noord en later in het RUP KMO-Noord, is in het richtinggevend deel van het GRS opgenomen, zowel tekstueel als op de kaarten. Bindende bepaling 32 van het GRS voorziet de ‘realisatie van BPA KMO-zone Tongeren-Noord’. Een volledige schrapping van de bedrijvenzone KMO-Noord door de provincie maakt de uitvoering van het GRS op dat punt onmogelijk.
Indien de provincie toch zou overgaan tot de schrapping van de KMO-zone via een provinciaal planningsinitiatief, dan zijn de kosten hiervoor uitsluitend voor de provincie, inclusief de eventuele planschade. De geschrapte oppervlakte aan bedrijventerrein moet daarenboven planologisch volledig gecompenseerd worden elders op het grondgebied van Tongeren, voorafgaand of minstens gelijktijdig aan de schrapping.
Stad Tongeren wenst aanspraak te maken op het provinciaal beheerde contingent m.b.t. de schrapping en compensatie van bedrijventerreinen binnen een neutrale ruimtebalans. Het kleinstedelijk gebied Tongeren en de regionale bedrijventerreinen Overhaem en Tongeren-Oost zijn geselecteerd als ‘provinciale economische dragers’. Gezien dit aanknopingspunten zijn om nieuwe economische ontwikkelingen op te enten, moet daar ook gezocht worden om bijkomende ruimte voor bedrijvigheid te creëren.
Stad Tongeren vraagt om de bestemming van bijkomende planologische ruimte voor bedrijvigheid buiten het contingent van de neutrale ruimtebalans te houden, als de te wijzigen bestemming reeds een ‘harde’ bestemmingscategorie en bestaand ruimtebeslag betreft. Dit betekent dat (delen van) percelen die reeds in gebruik zijn voor bedrijvigheid, wonen, recreatie, gemeenschapsvoorzieningen,… (= bestaand ruimtebeslag), maar niet planologisch bestemd zijn als bedrijventerrein maar voor een andere ‘harde’ functie (bijv. wonen of gemeenschapsvoorzieningen), via een RUP een (geëigende) bestemming als bedrijventerrein kunnen krijgen, los van de provinciale ruimtebalans en zonder andere planologische compensaties.
Het schrappen van de recreatieve nabestemming bij Groeve Francart is in strijd met de bindende bepalingen het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Tongeren. Groeve Francart wordt in de bindende bepalingen van het GRS Tongeren aangeduid als recreatiepool (bindende bepaling 6). Als de recreatieve bestemming geschrapt zou worden, kan de Groeve Francart haar rol volgens het GRS niet meer vervullen als recreatieve pijler binnen Tongeren. Daarom verzet de stad Tongeren zich tegen de aanduiding van Groeve Francart als ‘mogelijk te herbestemmen recreatiegebied’. Bij behoud van de huidige planologische situatie, blijven er toeristisch-recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden bestaan in functie van het aangrenzende Fruitspoor of voor de wijk Nieuw-Tongeren. Stad Tongeren heeft de bedoeling om een klein gedeelte van de Groeve Francart (in actueel landbouwgebruik) via het gemeentelijk RUP Zonevreemde Knelpunten II te herbestemmen naar agrarisch gebied, maar waarbij er voldoende ruimte over blijft om Groeve Francart conform het GRS eventueel als recreatieve pijler uit te bouwen.
Als de provincie de KMO-zone Noord en de recreatieve bestemming van Groeve Fancart wil schrappen, moeten de betreffende bindende bepalingen van het GRS, in casu bindende bepaling nr. 6 en nr. 32, bij de definitieve vaststelling van het Ruimtepact 2040 aangeduid worden dat deze niet meer geldig zijn, omdat ze de facto niet meer realiseerbaar zijn na planologische schrapping van respectievelijk de bedrijvenzone en het recreatiegebied. Hoewel de regelgeving dit voorschrijft, heeft de provincie de intentie tot het aanduiden van niet meer geldige onderdelen niet individueel kenbaar gemaakt hebben aan de gemeente vóór de aanvang van het openbaar onderzoek en de gemeenteraad niet om advies gevraagd voorafgaand aan de definitieve vaststelling. Om procedurefouten bij de totstandkoming van het Ruimtepact 2040 te vermijden, is het daarom aangewezen om de bedrijvenzone KMO-Noord en de Groeve Francart in het definitieve Ruimtepact 2040 niet aan te duiden als mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein of recreatiegebied.
Art. 2.1.8. e.v. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat de provincie een provinciaal beleidsplan ruimte kan opmaken en vaststellen.
Art. 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning bepaalt dat de gemeenteraden van de gemeenten in de provincie uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek een schriftelijk advies over het ontwerp van provinciaal beleidsplan ruimte of het ontwerp van beleidskader kunnen bezorgen aan de deputatie.
Art. 30 van voornoemd besluit bepaalt dat de provincieraad onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen kan aanduiden die niet meer geldig zijn, onder voorwaarde dat ze de intentie daarvoor individueel aan de betrokken gemeenten kenbaar heeft gemaakt vóór de aanvang van het openbaar onderzoek of de betrokken gemeenteraad daarover om advies gevraagd heeft voorafgaand aan de definitieve vaststelling, met inachtname van een adviestermijn van zestig dagen.
De gemeenteraad verleent een ongunstig advies op het ontwerp Ruimtepact 2040 van de provincie Limburg en vraagt om bij de definitieve vaststelling van het Beleidsplan Ruimte Limburg rekening te houden met bovenstaand advies en om minstens:
Dit advies van de gemeenteraad wordt in het kader van het openbaar onderzoek en vóór 17 mei 2023 overgemaakt aan de provincie Limburg, afdeling ruimtelijke planning, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt via e-mail aan ruimtepact2040@limburg.be.