Terug
Gepubliceerd op 25/04/2023

2023_GR_00037 - Goedkeuring - Omgeving - Ruimtelijke Ordening - Advies op het ontwerp Ruimtepact 2040

gemeenteraad
ma 24/04/2023 - 20:30 De Piepel
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Steve Hoste, Voorzitter; Krijn Henrotte, schepen; Patrick Dewael, Burgemeester; An Christiaens, Schepen; Johnny Vrancken, Schepen; Patrick Jans, Schepen; Gerard Stassen, Schepen; Evelyne Stassen, schepen; Guy Schiepers, raadslid; Jos Schouterden, raadslid; Hugo Biets, Raadslid; Francis Bellefontaine, Raadslid; Eddy Manet, Raadslid; Andrée Fossé, Raadslid; Geert Landmeters, Raadslid; Jeannine Vanvinckenroye, schepen; Patrick Leenders, Raadslid; Bart Princen, Raadslid; Greta Vermeulen, Raadslid; Ruben Stassen, Raadslid; Carly Vanschoonwinkel, Raadslid; Kelly Roosen, Raadslid; Indra Servaes, Raadslid; Guido Vossen, Raadslid; Eugène Van Den Rul, Raadslid; Lucienne Castermans, Raadslid; Jean Marie Pirlet, Raadslid; Niels Vandeweyer, Raadslid; Mara Vanheusden, raadslid; Luc Houbrechts, algemeen directeur

Afwezig

Sam Marx, Raadslid

Verontschuldigd

Yves Knaepen, Raadslid

Secretaris

Luc Houbrechts, algemeen directeur

Voorzitter

Steve Hoste, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_GR_00037 - Goedkeuring - Omgeving - Ruimtelijke Ordening - Advies op het ontwerp Ruimtepact 2040

Aanwezig

Steve Hoste, Krijn Henrotte, Patrick Dewael, An Christiaens, Johnny Vrancken, Patrick Jans, Gerard Stassen, Evelyne Stassen, Guy Schiepers, Jos Schouterden, Hugo Biets, Francis Bellefontaine, Eddy Manet, Andrée Fossé, Geert Landmeters, Jeannine Vanvinckenroye, Patrick Leenders, Bart Princen, Greta Vermeulen, Ruben Stassen, Carly Vanschoonwinkel, Kelly Roosen, Indra Servaes, Guido Vossen, Eugène Van Den Rul, Lucienne Castermans, Jean Marie Pirlet, Niels Vandeweyer, Mara Vanheusden, Luc Houbrechts
Stemmen voor 27
Hugo Biets, Kelly Roosen, Carly Vanschoonwinkel, Andrée Fossé, Guido Vossen, Indra Servaes, Patrick Dewael, Evelyne Stassen, Niels Vandeweyer, Eugène Van Den Rul, Jean Marie Pirlet, Mara Vanheusden, Jos Schouterden, Guy Schiepers, Johnny Vrancken, Patrick Jans, An Christiaens, Gerard Stassen, Eddy Manet, Francis Bellefontaine, Bart Princen, Krijn Henrotte, Jeannine Vanvinckenroye, Patrick Leenders, Geert Landmeters, Greta Vermeulen, Steve Hoste
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 2
Lucienne Castermans, Ruben Stassen
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_GR_00037 - Goedkeuring - Omgeving - Ruimtelijke Ordening - Advies op het ontwerp Ruimtepact 2040 2023_GR_00037 - Goedkeuring - Omgeving - Ruimtelijke Ordening - Advies op het ontwerp Ruimtepact 2040

Motivering

Argumentatie

Toelichting

De provincie werkt aan het "Ruimtepact 2040" oftewel het nieuwe Beleidsplan Ruimte voor Limburg. Met het Ruimtepact 2040 tekent de provincie de krijtlijnen uit voor het ruimtelijk beleid van Limburg op weg naar 2040. Een hoofdlijn van het beleid is het beperken van het bijkomend ruimtebeslag om de open ruimte maximaal te vrijwaren. Het Ruimtepact 2040 is een plan met ruimtelijke principes die moeten bijdragen aan een zuinig ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit en een kwalitatieve leefomgeving in Limburg. Het Ruimtepact 2040 wordt voor de provincie het referentiekader voor ruimtelijke keuzes en een toetsingskader voor de advisering en beoordeling van gemeentelijke plannen en projecten. Het Ruimtepact 2040 zal het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) vervangen. 

Parallel wordt een plan-MER opgemaakt dat de impact van het beleidsplan op het milieu onderzoekt. De aanbevelingen uit het ontwerp plan-MER werden zoveel mogelijk geïntegreerd in het ontwerp Ruimtepact 2040. 

Op 14 december 2022 stelde de provincieraad het ontwerp-Ruimtepact 2040 en het ontwerp-Plan-MER voorlopig vast. Van 17 februari 2023 tot en met 17 mei 2023 vindt er een openbaar onderzoek plaats over het ontwerp Ruimtepact 2040 en het ontwerp Plan-MER, met inspraak en participatie van de bevolking in Limburg. Op 20 maart 2023 organiseerde de provincie een infomarkt op de PIBO-campus in Tongeren. 

Eerder in de procedure werd vanuit de stad Tongeren reeds advies uitgebracht op het provinciaal beleidsplan in opmaak. Het CBS heeft in zitting van 17 januari 2020 een gunstig advies uitgebracht op de conceptnota, met de vraag om betrokken te worden bij de verdere uitwerking van het beleidsplan. Het CBS heeft in zitting van 10 december 2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend op het voorontwerp van het Beleidsplan Ruimte Limburg, waarbij o.a. gesteld werd dat er niet akkoord gegaan werd met de (volledige) schrapping van KMO-zone Noord. 

Het ontwerp van het Ruimtepact 2040 bestaat uit een strategische visie en drie beleidskaders. 

De strategische visie schetst een toekomstperspectief voor Limburg in 2040 en bevat zeven strategische doelstellingen die de krachtlijnen en de richting uitzetten voor het ruimtelijk beleid:

  1. De ruimtelijke regionale eigenheid valoriseren
  2. Steden en dorpen gericht versterken
  3. Ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit op elkaar afstemmen
  4. Het open ruimtesysteem versterken
  5. Competitief en duurzaam ondernemen faciliteren op de juiste plaatsen
  6. Hernieuwbare energie integreren in het ruimtelijk beleid
  7. Meer ruimte geven aan de fietser 

Het ontwerp Ruimtepact omvat 3 beleidskaders die operationele doelstellingen en een set van acties bevatten om het ruimtelijk beleid waar te maken:

  • Beleidskader ‘wonen in stads- en dorpskernen’
  • Beleidskader ‘economische ruimte’
  • Beleidskader ‘open ruimteschakels’

Het ontwerp Ruimtepact 2040 selecteert een aantal ruimtelijke elementen op provinciaal niveau, waarvan er ook enkele gesitueerd zijn in Tongeren. Het provinciale ruimtelijke beleid focust zich op deze provinciaal geselecteerde elementen.  In het ontwerp Ruimtepact staan volgende gebiedsgerichte uitspraken die specifiek betrekking hebben op Tongeren.  

  • Binnen de ‘ruimtelijke regionale eigenheid’ wordt Droog Haspengouw als ‘landschapseenheid’ aangeduid. Tongeren wordt als ‘Dietse Stad’ en de Tongerse dorpen als ‘Haspengouwse kerkdorpen’ benoemd. Het akkerlandschap Droog Haspengouw en de Fruitstreek Haspengouw worden als ‘economisch-functionele systemen’ benaderd. Het beleid is erop gericht om de ruimtelijke kenmerken en kernkwaliteiten van deze typische elementen te bewaren en te versterken, zoals bijv. het glooiende landschap, een uitgestrekt en open akkergebied met compacte dorpen, vele vierkantshoeves en kastelen, relicten zoals de Romeinse weg, heirbaan, tumuli en de historische stadskern van Tongeren. 
  • Tongeren-Centrum (en de omliggende wijken die binnen het afgebakende kleinstedelijk gebied vallen) worden aangeduid als ‘provinciaal stedelijke kern’. De overige dorpen worden als ‘lokale woonkern’ getypeerd. Neerrepen en Berg worden niet als woonkern geselecteerd, terwijl Ketsingen wel als woonkern wordt aangeduid. Diets-Heur wordt niet als aparte woonkern geselecteerd, maar bij Vreren beschouwd. Het beleid is erop gericht om min. 70% van de woonbehoefte te sturen naar en te concentreren in de stedelijke kernen. De lokale woonkernen krijgen beperkter ontwikkelingsmogelijkheden (max. 30% van het woningobjectief). De focus ligt op ruimtelijke kwaliteitsverhoging en selectieve verdichting. Buiten de kernen mag geen planologisch juridisch woonaanbod meer gecreëerd worden. Lintbebouwing en verspreide bebouwing moet worden tegengegaan of teruggedrongen. 
  • Tongeren wordt gesitueerd in de ‘Regionale Woningmarkt Zuidoost-Limburg’, samen met Hoeselt, Bilzen, Riemst, Herstappe en delen van Borgloon, Heers en Kortessem. Het woningobjectief - dat is het benodigde aantal woningen om de verwachte groei op te vangen op basis van de demografische evolutie - wordt door de provincie bovenlokaal verdeeld op niveau van de woningmarkt. Aan de woningmarkt Zuidoost-Limburg wordt een contingent van 4164 woningen toebedeeld tot 2040, zijnde 70% (2924 woningen)  te realiseren in de afgebakende provinciaal stedelijke kernen Tongeren en Bilzen en 30% (1240 woningen) in de 55 lokale kernen binnen de Regionale Woningmarkt. Specifiek voor Tongeren bestaat het woningobjectief uit een contingent van 2112 extra woningen tot 2040, zijnde 1936 woningen voor het stedelijk gebied en 176 woningen voor de lokale kernen. De gemeente is vrij om het woningobjectief voor de lokale kernen te verdelen over haar kernen. Om het kernversterkend beleid te operationaliseren, moet duidelijk zijn binnen welke gebieden dit moet gebeuren. Daartoe moeten de lokale kernen door de gemeente tegen eind 2030 afgebakend, getypeerd en verankerd worden in een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan. De woonbehoeften moeten binnen de afbakening van de kern opgevangen worden binnen het juridisch woonaanbod, tenzij er woongebied planologisch geruild wordt met beter gelegen locaties. De woonbehoeftecijfers op gemeenteniveau houden voorlopig geen rekening met toekomstige fusies. De provincie zal een herberekening van het woningobjectief doen na goedkeuring van een fusie. 
  • Er worden enkele ‘provinciale groenblauwe aders’ geselecteerd, als cruciale schakels binnen het ecologisch en natuurlijk netwerk. Een gedeelte van de Lerebeek (in Neerrepen aan de grens met Kortessem) wordt als ‘blauwe ader’ op provinciaal niveau aangeduid. Het beleid is erop gericht om de waterbeheersfunctie ruimtelijk te ondersteunen door een gepaste inrichting. De fietssnelwegen F76 (Tongeren-Genk), F79 (Fruitspoor/Tongeren-Sint-Truiden) en F791 (Tongeren-Bassenge) worden als ‘lijninfrastructuren’ aangeduid, met als doel om deze fietsinfrastructuren via een flankerende groeninrichting ook een ecologische verbindingsfunctie te geven. 
  • De kleine landschapselementen, hoogstamboomgaarden en bosranden ten noorden van Riksingen (aan de grens met Hoeselt) worden als ‘suggestie van groene aders op gemeentelijk niveau’ opgenomen. Het beleid is erop gericht om deze te vrijwaren als verbindingen tussen oude boskernen in Haspengouw.  
  • De Ezelsbeek en Beek (Buthbeek) worden binnen het ‘basis groenblauwe dooraderingsnet’ aangeduid. Maatregelen ter verbetering van de ecologische kwaliteit kunnen voornamelijk genomen worden binnen het water- en open ruimtebeleid en minder vanuit het ruimtelijk beleid. 
  • Het open landbouwgebied langs en ten zuiden van de N79/Maastrichtersteenweg (tussen VW/Audi/Seat-garage en het industrieterrein Tongeren-Oost) wordt als ‘provinciale open ruimtecorridor’ geselecteerd. Het beleid is erop gericht om het overwegend onbebouwd karakter te bewaren en bijkomende bebouwing te weren. 
  • Het afgebakend stedelijk gebied van Tongeren en de regionale bedrijventerreinen Overhaem en Tongeren-Oost worden als ‘provinciale economische dragers’ geselecteerd. Dat zijn elementen die vandaag al belangrijk zijn in de economische structuur van Limburg, maar ook aanknopingspunten zijn om nieuwe economische ontwikkelingen op te enten. 
  • Het toeristisch fietsroutenetwerk wordt als ‘provinciale toeristisch-recreatieve drager’ geselecteerd. Hier wordt met fietsprojecten en belevingselementen verder op ingezet om de vrijetijdseconomie te versterken (bijv. het Fruitspoor). 
  • Haspengouw wordt als ‘uitzonderlijk landschap’ aangeduid dat belangrijk is binnen de Limburgse vrijetijdseconomie met voornamelijk een recreatief medegebruik (wandel- en fietsroutes, onthaalinfrastructuur, horeca, logies)
  • Tongeren wordt als ‘provinciaal strategische landbouwgemeente’ in Haspengouw geselecteerd. Binnen deze gemeenten wordt de landbouwstructuur versterkt door een planologische ruil te organiseren tussen zonevreemde landbouw enerzijds en zonevreemde natuur en bos anderzijds. 
  • Het ontwerp Ruimtepact beoogt een ‘ruimteshift’ voor bedrijvigheid. Dit betekent: 1) de bestaande ruimte efficiënter benutten; 2) niet-hinderlijke bedrijven verweven binnen stads- en dorpskernen; 3) het juridisch aanbod verschuiven. Dit laatste betekent dat de omvang van het huidige juridisch aanbod aan bedrijventerreinen netto niet meer uitbreidt, maar dat het aanbod planologisch geruild worden. Het principe is dat juridisch bestemde, maar nog niet ontwikkelde, slecht gelegen of moeilijk realiseerbare locaties geschrapt worden en planologisch gecompenseerd op strategisch beter gelegen locaties. Door de schrapping van bedrijventerreinen wordt een contingent opgebouwd om op gewenste locaties bedrijventerreinen te bestemmen. De provincie beheert dit contingent. Los van het provinciale contingent, kunnen gemeenten ook nog bijkomende lokale bedrijventerreinen bestemmen, maar dit moet ook gepaard gaan met een herbestemming van bestaand, slecht gelegen industrie-, KMO- of woongebied. De KMO-zone Noord in Tongeren wordt als ‘mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein’ aangeduid omwille van de invloed op de landschappelijke beleving vanop het Fruitspoor (als groenblauwe ader). De provincie neemt de herbestemming van de bedrijventerreinen op zich die gelegen zijn in of bij een provinciale economische drager en/of voor KMO-zones met een oppervlakte groter dan 5ha. 
  • Het principe van de ruimteshift en de planologisch ruil geldt ook voor recreatiegebieden. Het ontwerp Ruimtepact stelt dat er nog een grote hoeveelheid beschikbaar, niet gebruikt en niet te benutten recreatiegebied aanwezig is in Limburg. Een schrapping van deze zones kan gebeuren ten voordele van toeristisch-recreatieve ontwikkelingen op beter gelegen plekken en om de open ruimtefuncties te versterken. De Groeve Francart wordt als ‘mogelijk te herbestemmen recreatiegebied’ aangeduid aangezien dit gebied niet ingevuld is met recreatieve activiteiten, een rol kan spelen in de open ruimtestructuur en grenst aan het Fruitspoor (als groenblauwe ader). De provincie neemt de herbestemming van de recreatiegebieden op zich die gelegen zijn bij een provinciale toeristisch-recreatieve drager en/of omwille van de ligging nabij provinciale groenblauwe aders. 

Advies

Bij de verdere gebiedsgerichte uitwerking van de doelstellingen en acties in (of met een invloed op) Tongeren wenst het stadsbestuur nauw betrokken te worden zodat de provinciale ruimtelijke planningsinitiatieven optimaal afgestemd kunnen worden op de lokale doelen. 

De Stad Tongeren wenst volgende specifieke opmerkingen te maken over de raakpunten of specifieke impact van de provinciale beleidsintenties op het stedelijk ruimtelijk beleid. 

Strategische Visie 

De Strategische Visie behandelt ruimtelijke uitdagingen die ook in Tongeren aan de orde zijn, zoals het valoriseren van de ruimtelijke regionale eigenheid; het versterken van steden,  dorpen en het open ruimtesysteem; het op elkaar afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit; het faciliteren van duurzaam ondernemen; het integreren van hernieuwbare energie en het geven van ruimte aan de fietser. Het is goed dat deze doelstellingen ook vanuit bovenlokaal perspectief nagestreefd en bewaakt worden en dat de Limburgse gemeenten - via de advisering van gemeentelijke plannen door de provincie - gestimuleerd zullen worden om deze doelstellingen te laten doorwerken in de plannen op gemeentelijk niveau. 

Beleidskader Wonen in stads- en dorpskernen

Stad Tongeren wil haar rol als ‘provinciaal stedelijke kern’ in de woningmarkt Zuidoost-Limburg opnemen en haar centrumfunctie vervullen door het woonaanbod te versterken in het afgebakend kleinstedelijk gebied. De overige kernen van Tongeren zijn lokale woonkernen, waar woonontwikkelingen op maat mogelijk moeten blijven, aangestuurd door het gemeentelijk ruimtelijk woonbeleid. Neerrepen en Berg zijn bestaande woonkernen die niet als dusdanig in het ontwerp beleidsplan zijn geselecteerd. De kern Diets-Heur wordt nu bij Vreren beschouwd. In het definitief Ruimtepact 2040 moeten Neerrepen en Berg bijkomend en Diets-Heur als aparte ‘lokale woonkern’ geselecteerd worden, vanuit volgende argumentatie: 

  • De fusiegemeente Tongeren telt, naast de stadskern, 16 officiële deelgemeenten: Berg, Diets-Heur, Henis, 's Herenelderen, Koninksem, Lauw, Mal, Neerrepen, Nerem, Overrepen, Piringen, Riksingen, Rutten, Sluizen, Vreren en Widooie (zie ook Wikipedia of provincies.incijfers.be). Ketsingen is geen aparte deelgemeente, maar behoort bij Berg. 
  • Neerrepen, Berg en Diets-Heur zijn bestaande kerkdorpen. Los van het te voeren ruimtelijk woonbeleid, moeten deze in hun bestaan erkend worden in het Ruimtepact 2040 door selectie als ‘lokale woonkern’.
  • Neerrepen en Diets-Heur worden wel als ‘Haspengouwse kerkdorpen’ erkend binnen de provinciale studie rond de ‘Ruimtelijke Regionale Eigenheid’. Vanuit consequent beleid is het niet meer dan logisch om deze erkenning ook te laten doorwerken in het beleidskader ‘wonen in stads- en dorpskernen’. 
  • Het is onlogisch en onduidelijk op basis van welke motieven Ketsingen wel en Neerrepen, Berg en Diets-Heur niet als aparte woonkernen worden geselecteerd, temeer omdat Ketsingen slechts een onderdeel is van de deelgemeente Berg. 
  • Eventueel zouden Berg-Ketsingen samengevoegd kunnen worden als lokale woonkern, aangezien Ketsingen behoort tot de deelgemeente Berg. 
  • Diets-Heur en Vreren zijn aparte kernen, met een duidelijke ruimtelijke scheiding door de N20/Luikersteenweg. Het samenvoegen omwille van statische sectoren is geen ruimtelijk argument. 
  • Het feit dat deze kernen in het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) van 2003 niet als woonkern geselecteerd waren, is geen relevant argument. Integendeel, de opmaak van Ruimtepact 2040 is er net op gericht om het RSPL te herzien en te vervangen. Dit is dus een uitgelezen kans om inhoudelijke aanpassingen aan het (verouderde) RSPL door te voeren en de kernenselectie te actualiseren. 
  • Het beleidskader ‘wonen in stads- en dorpskernen’ stelt dat de methodiek voor de selectie van de kernen - naast het RSPL als basis - ook rekening houdt met de input van gemeenten en diverse contextfactoren. Een aantal relevante contextfactoren worden hierboven uiteengezet. In het advies van het CBS op het voorontwerp beleidsplan werd reeds gevraagd om Berg, Neerrepen Diets-Heur als woonkern te selecteren. Desondanks werden de kernen niet opgenomen in het ontwerp Ruimtepact. Enkel door de effectieve bijkomende selectie van de betreffende kernen in het definitieve Ruimtepact kan de provincie stellen dat er rekening gehouden wordt met de input van de gemeenten. 

Beleidskader Open Ruimteschakels

Stad Tongeren kan akkoord gaan met de aanduiding van de open ruimteschakels in Tongeren. De open ruimtecorridor langs de N79 werd in het RSPL van 2003 ook al geselecteerd als ‘provinciale open ruimteverbinding’ en werd daarom ook zo in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Tongeren opgenomen. De stad Tongeren stelt de voorwaarde dat de provincie de open ruimtecorridor langs de N79 verder uitwerkt, afbakent en eventueel juridisch verankert in een provinciaal RUP, waarbij alle mogelijke ruimtelijke en financiële consequenties ten laste zijn van de provincie. 

Beleidskader Economische Ruimte

Stad Tongeren staat positief t.a.v. de voorgestelde operationele doelstellingen en acties om de verwevingsgraad van economische activiteiten in de kernen te verhogen en om het ruimtelijk rendement, de duurzaamheid en de omgevingskwaliteit te verhogen op bedrijventerreinen. Hiervoor zijn er ook kansen in het stadscentrum en op de regionale bedrijventerreinen Tongeren-Oost en Overhaem. Stad Tongeren is bereid om mee te werken aan initiatieven terzake die vanuit de provincie opgezet worden. 

Stad Tongeren gaat niet akkoord met de voorgestelde schrapping van KMO-zone Noord. Voor deze KMO-zone werd in 2017 nog een gemeentelijk RUP definitief vastgesteld, waarbij er 5,7 ha bedrijventerrein werd bestendigd (zie figuur als bijlage). In het advies op het voorontwerp beleidsplan stelde het CBS dat enkel akkoord kon gegaan worden met een eventuele schrapping van het zuidelijk deel van de KMO-zone ten belope van ca. 2,3 ha. De provincie houdt in het ontwerp Ruimtepact echter vast aan de volledige schrapping van de KMO-zone om ruimtelijke en landschappelijke redenen (impact op landschap en Fruitspoor). Het noordelijk gedeelte van ca. 3,4 ha kan voor stad Tongeren geenszins geschrapt worden. Gelet op het reliëf van het terrein, doet een ontwikkeling van het noordelijk gedeelte geen afbreuk aan de groenblauwe ader en de landschappelijke beleving vanop het Fruitspoor. Gezien de schrapping van het noordelijk en zuidelijk deel blijkbaar één en ondeelbaar is voor de provincie, verzet de stad Tongeren zich tegen de aanduiding van KMO-Noord als ‘mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein’. De KMO-zone Tongeren-Noord is in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) geselecteerd als lokaal bedrijventerrein (bindende bepaling 10). De uitbreiding van KMO-Noord, zoals beoogd in het BPA KMO-Noord en later in het RUP KMO-Noord, is in het richtinggevend deel van het GRS opgenomen, zowel tekstueel als op de kaarten. Bindende bepaling 32 van het GRS voorziet de ‘realisatie van BPA KMO-zone Tongeren-Noord’. Een volledige schrapping van de bedrijvenzone KMO-Noord door de provincie maakt de uitvoering van het GRS op dat punt onmogelijk. 

Indien de provincie toch zou overgaan tot de schrapping van de KMO-zone via een provinciaal planningsinitiatief, dan zijn de kosten hiervoor uitsluitend voor de provincie, inclusief de eventuele planschade. De geschrapte oppervlakte aan bedrijventerrein moet daarenboven planologisch volledig gecompenseerd worden elders op het grondgebied van Tongeren, voorafgaand of minstens gelijktijdig aan de schrapping.

Stad Tongeren wenst aanspraak te maken op het provinciaal beheerde contingent m.b.t. de schrapping en compensatie van bedrijventerreinen binnen een neutrale ruimtebalans. Het kleinstedelijk gebied Tongeren en de regionale bedrijventerreinen Overhaem en Tongeren-Oost zijn geselecteerd als ‘provinciale economische dragers’. Gezien dit aanknopingspunten zijn om nieuwe economische ontwikkelingen op te enten, moet daar ook gezocht worden om bijkomende ruimte voor bedrijvigheid te creëren.   

Stad Tongeren vraagt om de bestemming van bijkomende planologische ruimte voor bedrijvigheid buiten het contingent van de neutrale ruimtebalans te houden, als de te wijzigen bestemming reeds een ‘harde’ bestemmingscategorie en bestaand ruimtebeslag betreft. Dit betekent dat (delen van) percelen die reeds in gebruik zijn voor bedrijvigheid, wonen, recreatie, gemeenschapsvoorzieningen,… (= bestaand ruimtebeslag), maar niet planologisch bestemd zijn als bedrijventerrein maar voor een andere ‘harde’ functie (bijv. wonen of gemeenschapsvoorzieningen), via een RUP een (geëigende) bestemming als bedrijventerrein kunnen krijgen, los van de provinciale ruimtebalans en zonder andere planologische compensaties. 

Het schrappen van de recreatieve nabestemming bij Groeve Francart is in strijd met de bindende bepalingen het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Tongeren. Groeve Francart wordt in de bindende bepalingen van het GRS Tongeren aangeduid als recreatiepool (bindende bepaling 6). Als de recreatieve bestemming geschrapt zou worden, kan de Groeve Francart haar rol volgens het GRS niet meer vervullen als recreatieve pijler binnen Tongeren. Daarom verzet de stad Tongeren zich tegen de aanduiding van Groeve Francart als ‘mogelijk te herbestemmen recreatiegebied’. Bij behoud van de huidige planologische situatie, blijven er toeristisch-recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden bestaan in functie van het aangrenzende Fruitspoor of voor de wijk Nieuw-Tongeren. Stad Tongeren heeft de bedoeling om een klein gedeelte van de Groeve Francart (in actueel landbouwgebruik) via het gemeentelijk RUP Zonevreemde Knelpunten II te herbestemmen naar agrarisch gebied, maar waarbij er voldoende ruimte over blijft om Groeve Francart conform het GRS eventueel als recreatieve pijler uit te bouwen.

Als de provincie de KMO-zone Noord en de recreatieve bestemming van Groeve Fancart wil schrappen, moeten de betreffende bindende bepalingen van het GRS, in casu bindende bepaling nr. 6 en nr. 32, bij de definitieve vaststelling van het Ruimtepact 2040 aangeduid worden dat deze niet meer geldig zijn, omdat ze de facto niet meer realiseerbaar zijn na planologische schrapping van respectievelijk de bedrijvenzone en het recreatiegebied. Hoewel de regelgeving dit voorschrijft, heeft de provincie de intentie tot het aanduiden van niet meer geldige onderdelen niet individueel kenbaar gemaakt hebben aan de gemeente vóór de aanvang van het openbaar onderzoek en de gemeenteraad niet om advies gevraagd voorafgaand aan de definitieve vaststelling. Om procedurefouten bij de totstandkoming van het Ruimtepact 2040 te vermijden, is het daarom aangewezen om de bedrijvenzone KMO-Noord en de Groeve Francart in het definitieve Ruimtepact 2040 niet aan te duiden als mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein of recreatiegebied.

Juridische grond

Art. 2.1.8. e.v. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat de provincie een provinciaal beleidsplan ruimte kan opmaken en vaststellen. 

Art. 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning bepaalt dat de gemeenteraden van de gemeenten in de provincie uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek een schriftelijk advies over het ontwerp van provinciaal beleidsplan ruimte of het ontwerp van beleidskader kunnen bezorgen aan de deputatie. 

Art. 30 van voornoemd besluit bepaalt dat de provincieraad onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen kan aanduiden die niet meer geldig zijn, onder voorwaarde dat ze de intentie daarvoor individueel aan de betrokken gemeenten kenbaar heeft gemaakt vóór de aanvang van het openbaar onderzoek of de betrokken gemeenteraad daarover om advies gevraagd heeft voorafgaand aan de definitieve vaststelling, met inachtname van een adviestermijn van zestig dagen.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad verleent een ongunstig advies op het ontwerp Ruimtepact 2040 van de provincie Limburg en vraagt om bij de definitieve vaststelling van het Beleidsplan Ruimte Limburg rekening te houden met bovenstaand advies en om minstens:

  • Berg, Neerrepen en Diets-Heur bijkomend als ‘lokale woonkernen’ te selecteren;
  • de KMO-zone Noord niet aan te duiden als ‘mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein’; 
  • de Groeve Francart niet aan te duiden als ‘mogelijk te herbestemmen recreatiegebied’.

Artikel 2

Dit advies van de gemeenteraad wordt in het kader van het openbaar onderzoek en vóór 17 mei 2023 overgemaakt aan de provincie Limburg, afdeling ruimtelijke planning, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt via e-mail aan ruimtepact2040@limburg.be.