De notulen van de gemeenteraad dd. 27.03.2023 zijn een getrouwe weergave van het verloop van de vergadering en de ter zitting genomen besluiten.
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd.
Decreet lokaal bestuur, artikel 278 §1
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van maart 2023 goed.
Vanaf maart 2023 zijn alle gemeenteraden en raden voor maatschappelijk welzijn verplicht om een deontologische commissie te hebben (zie 'juridische grond'). Die ziet toe op de verantwoordelijke invulling van de lokale politieke mandaten.
De gemeenteraad heeft in zitting van 21 januari 2019 een deontologische code aangenomen (de deontologische code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch correct te handelen als ze hun mandaat uitoefenen). De bestaande deontologische code moet nu uitgebreid worden met een regeling met betrekking tot de oprichting, organisatie, werking en bevoegdheden van een deontologische commissie.
De samenstelling van die commissie zal tijdens een volgende gemeenteraad gebeuren.
De voorliggende aanvulling van de deontologische code is gebaseerd op de modelteksten m.b.t. de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) heeft opgesteld.
In concreto wordt in de deontologische code van de gemeenteraad dd. 21/01/2019 het hoofdstuk 'Naleving en handhaving van de deontologische code' (artikel 29 t/m 34) vervangen door een nieuwe tekst.
Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld. Tijdens de bespreking in de Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering van 7 februari 2023 gaf de minister aan dat hij - op vraag van de lokale besturen - de Vlaamse Regering zou verzoeken het BVR aan te passen zodat lokale besturen die dat wensen een presentiegeld zouden kunnen uitkeren. Het presentiegeld zou beperkt zijn tot het bedrag van de bestaande presentiegelden voor gemeenteraadsleden. Tot de aanneming en de inwerkingtreding van deze wijziging is presentiegeld niet mogelijk.
Bijlage:
Aangepaste deontologische code van de gemeenteraad - aanvullingen vanaf artikel 29 in blauwe kleur.
Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt. De deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels die de gemeenteraadsleden als leidraad nemen bij de uitoefening van hun mandaat.
De gemeenteraad heeft in zitting van 21 januari 2019 een deontologische code aangenomen.
Op 3 februari 2023 heeft het Vlaamse Parlement het decreet rond het verplichten van een deontologische commissie in alle besturen aangenomen. De tekst werd op 20 februari 2023 in het Belgisch Staadsblad gepubliceerd.
In concreto worden volgende zinnen toegevoegd aan artikel 29 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
'en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat uit minstens één vertegenwoordiger per fractie uit de gemeenteraad.'
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de aangepaste deontologische code van de gemeenteraad, met name de aanvulling m.b.t. de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie (artikel 29 t/m 38).
De aangepaste deontologische code wordt als bijlage gehecht aan dit besluit.
Aanleiding en context
Het addendum bij het Protocolakkoord bestuurlijke handhaving (ARIEC) en het retributiereglement passen in het project rond verkeershandhaving en bestuurlijke aanpak van criminaliteit. In het verkeer worden regelmatig onveilige verkeerssituaties vastgesteld waarbij bestuurders al dan niet voor het plezier de openbare weg onveilig maken: veel te hard rijden, met opzet slippen en driften, enz. De omwonenden klagen over overlast en onveiligheid, andere weggebruikers worden, minstens potentieel, in gevaar gebracht. In dat kader is de burgemeester bevoegd om de nodige maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen.
In een aantal gevallen is het noodzakelijk om voertuigen van roekeloze bestuurders te immobiliseren en van de openbare weg te halen als preventieve maatregel. Het voertuig wordt dan om die reden bestuurlijk in beslag genomen. Het voertuig wordt getakeld door een erkende takeldienst en daarna gestald ter bewaring. Op basis van de overeenkomst betaalt de stad Tongeren de takel- en bewaringskosten aan de takeldienst. Om deze kosten die door deze bestuurlijke maatregel gegenereerd worden, te kunnen recupereren, dienen deze opgenomen te worden in een retributiereglement. Dit retributiereglement dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.
Daarnaast is het nodig het protocolakkoord bestuurlijke handhaving uit te breiden met het thema 'onverantwoord rijgedrag waardoor acuut gevaar wordt gecreëerd voor andere weggebruikers en omstaanders'. Dit is om ervoor te zorgen dat de politiediensten de gerechtelijke informatie omtrent de omstandigheden van de verkeersinbreuken met het lokaal bestuur Tongeren kunnen delen. Dit is conform de Richtlijn van de Procureur des Konings omtrent het bestuurlijk beslag wegens gevaarlijk rijgedrag van 9 maart 2021.
Argumentatie
De kosten die een bestuurlijke inbeslagname met zich meebrengt, dienen doorgerekend te worden aan de roekeloze bestuurder van het voertuig. Het is immers door de roekeloze houding van de bestuurder en het gevaar dat hij/zij voor de gemeenschap vormt dat deze kosten gemaakt dienen te worden. De bezitter van het voertuig of de eigenaar van het voertuig/houder van de nummerplaat is de retributie verschuldigd indien de bestuurder van het voertuig in gebreke blijft.
De tarieven die in het retributiereglement opgenomen zijn, zijn in functie van de werkelijke kosten die door het takelbedrijf aangerekend worden overeenkomstig de offerte die de takelfirma heeft ingediend en op basis waarvan de opdracht door het college van burgemeester en schepenen op 14 april 2023 is gegund. De retributie bestaat uit een forfaitair bedrag voor de inbeslagname van het voertuig en een bewaarkost per kalenderdag. Aangezien het takelen en stallen van zwaardere voertuigen (boven de 3.500kg maximaal toegelaten massa (MTM)) duurder is, wordt er een differentiatie gemaakt naargelang de zwaarte van het voertuig.
Ingeval de waarde van het voertuig na verloop van tijd niet meer opweegt tegen de bewaringskosten, kan de eigenaar van het voertuig hiervan vrijwillig afstand doen. Indien afstand wordt gedaan binnen de 15 dagen, wordt de eigenaar van de retributie vrijgesteld. De opbrengst van het voertuig is dan in principe voldoende om de takel- en bewaarkosten te dekken, waardoor de retributie niet langer verschuldigd is.
Ingeval de vrijwillige afstand van het voertuig op een later tijdstip plaatsvindt, gaan de bewaarkosten te hoog oplopen om deze kosten te dekken, zodat er na 15 dagen geen vrijstelling wordt gegeven. In dat geval zal de eigenaar een vermindering krijgen ten bedrage van € 550,00; dan wel € 1.100,00, zijnde de takelkosten en de bewaarkosten van de eerste 15 dagen, zodat er geen ongelijkheid is tussen eigenaars die de eerste 15 dagen vrijwillig afstand doen en eigenaars die na 15 dagen vrijwillig afstand van hun voertuig doen.
Artikel 173 Grondwet;
Artikelen 40 §3, 41, 177, 279, 286-288, 326-341 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit.
Akkoord met voorstel van beslissing.
Rudi Diels
financieel directeur
De gemeenteraad keurt de uitbreiding van het protocolakkoord bestuurlijke handhaving met het fenomeen 'onverantwoord rijgedrag waardoor acuut gevaar wordt gecreëerd voor andere weggebruikers en omstaanders' goed.
De gemeenteraad keurt het retributiereglement bestuurlijke inbeslagname van voertuigen goed.
Het retributiereglement wordt ter kennis gebracht van de politie.
Toelichting
De provincie werkt aan het "Ruimtepact 2040" oftewel het nieuwe Beleidsplan Ruimte voor Limburg. Met het Ruimtepact 2040 tekent de provincie de krijtlijnen uit voor het ruimtelijk beleid van Limburg op weg naar 2040. Een hoofdlijn van het beleid is het beperken van het bijkomend ruimtebeslag om de open ruimte maximaal te vrijwaren. Het Ruimtepact 2040 is een plan met ruimtelijke principes die moeten bijdragen aan een zuinig ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit en een kwalitatieve leefomgeving in Limburg. Het Ruimtepact 2040 wordt voor de provincie het referentiekader voor ruimtelijke keuzes en een toetsingskader voor de advisering en beoordeling van gemeentelijke plannen en projecten. Het Ruimtepact 2040 zal het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) vervangen.
Parallel wordt een plan-MER opgemaakt dat de impact van het beleidsplan op het milieu onderzoekt. De aanbevelingen uit het ontwerp plan-MER werden zoveel mogelijk geïntegreerd in het ontwerp Ruimtepact 2040.
Op 14 december 2022 stelde de provincieraad het ontwerp-Ruimtepact 2040 en het ontwerp-Plan-MER voorlopig vast. Van 17 februari 2023 tot en met 17 mei 2023 vindt er een openbaar onderzoek plaats over het ontwerp Ruimtepact 2040 en het ontwerp Plan-MER, met inspraak en participatie van de bevolking in Limburg. Op 20 maart 2023 organiseerde de provincie een infomarkt op de PIBO-campus in Tongeren.
Eerder in de procedure werd vanuit de stad Tongeren reeds advies uitgebracht op het provinciaal beleidsplan in opmaak. Het CBS heeft in zitting van 17 januari 2020 een gunstig advies uitgebracht op de conceptnota, met de vraag om betrokken te worden bij de verdere uitwerking van het beleidsplan. Het CBS heeft in zitting van 10 december 2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend op het voorontwerp van het Beleidsplan Ruimte Limburg, waarbij o.a. gesteld werd dat er niet akkoord gegaan werd met de (volledige) schrapping van KMO-zone Noord.
Het ontwerp van het Ruimtepact 2040 bestaat uit een strategische visie en drie beleidskaders.
De strategische visie schetst een toekomstperspectief voor Limburg in 2040 en bevat zeven strategische doelstellingen die de krachtlijnen en de richting uitzetten voor het ruimtelijk beleid:
Het ontwerp Ruimtepact omvat 3 beleidskaders die operationele doelstellingen en een set van acties bevatten om het ruimtelijk beleid waar te maken:
Het ontwerp Ruimtepact 2040 selecteert een aantal ruimtelijke elementen op provinciaal niveau, waarvan er ook enkele gesitueerd zijn in Tongeren. Het provinciale ruimtelijke beleid focust zich op deze provinciaal geselecteerde elementen. In het ontwerp Ruimtepact staan volgende gebiedsgerichte uitspraken die specifiek betrekking hebben op Tongeren.
Advies
Bij de verdere gebiedsgerichte uitwerking van de doelstellingen en acties in (of met een invloed op) Tongeren wenst het stadsbestuur nauw betrokken te worden zodat de provinciale ruimtelijke planningsinitiatieven optimaal afgestemd kunnen worden op de lokale doelen.
De Stad Tongeren wenst volgende specifieke opmerkingen te maken over de raakpunten of specifieke impact van de provinciale beleidsintenties op het stedelijk ruimtelijk beleid.
Strategische Visie
De Strategische Visie behandelt ruimtelijke uitdagingen die ook in Tongeren aan de orde zijn, zoals het valoriseren van de ruimtelijke regionale eigenheid; het versterken van steden, dorpen en het open ruimtesysteem; het op elkaar afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit; het faciliteren van duurzaam ondernemen; het integreren van hernieuwbare energie en het geven van ruimte aan de fietser. Het is goed dat deze doelstellingen ook vanuit bovenlokaal perspectief nagestreefd en bewaakt worden en dat de Limburgse gemeenten - via de advisering van gemeentelijke plannen door de provincie - gestimuleerd zullen worden om deze doelstellingen te laten doorwerken in de plannen op gemeentelijk niveau.
Beleidskader Wonen in stads- en dorpskernen
Stad Tongeren wil haar rol als ‘provinciaal stedelijke kern’ in de woningmarkt Zuidoost-Limburg opnemen en haar centrumfunctie vervullen door het woonaanbod te versterken in het afgebakend kleinstedelijk gebied. De overige kernen van Tongeren zijn lokale woonkernen, waar woonontwikkelingen op maat mogelijk moeten blijven, aangestuurd door het gemeentelijk ruimtelijk woonbeleid. Neerrepen en Berg zijn bestaande woonkernen die niet als dusdanig in het ontwerp beleidsplan zijn geselecteerd. De kern Diets-Heur wordt nu bij Vreren beschouwd. In het definitief Ruimtepact 2040 moeten Neerrepen en Berg bijkomend en Diets-Heur als aparte ‘lokale woonkern’ geselecteerd worden, vanuit volgende argumentatie:
Beleidskader Open Ruimteschakels
Stad Tongeren kan akkoord gaan met de aanduiding van de open ruimteschakels in Tongeren. De open ruimtecorridor langs de N79 werd in het RSPL van 2003 ook al geselecteerd als ‘provinciale open ruimteverbinding’ en werd daarom ook zo in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Tongeren opgenomen. De stad Tongeren stelt de voorwaarde dat de provincie de open ruimtecorridor langs de N79 verder uitwerkt, afbakent en eventueel juridisch verankert in een provinciaal RUP, waarbij alle mogelijke ruimtelijke en financiële consequenties ten laste zijn van de provincie.
Beleidskader Economische Ruimte
Stad Tongeren staat positief t.a.v. de voorgestelde operationele doelstellingen en acties om de verwevingsgraad van economische activiteiten in de kernen te verhogen en om het ruimtelijk rendement, de duurzaamheid en de omgevingskwaliteit te verhogen op bedrijventerreinen. Hiervoor zijn er ook kansen in het stadscentrum en op de regionale bedrijventerreinen Tongeren-Oost en Overhaem. Stad Tongeren is bereid om mee te werken aan initiatieven terzake die vanuit de provincie opgezet worden.
Stad Tongeren gaat niet akkoord met de voorgestelde schrapping van KMO-zone Noord. Voor deze KMO-zone werd in 2017 nog een gemeentelijk RUP definitief vastgesteld, waarbij er 5,7 ha bedrijventerrein werd bestendigd (zie figuur als bijlage). In het advies op het voorontwerp beleidsplan stelde het CBS dat enkel akkoord kon gegaan worden met een eventuele schrapping van het zuidelijk deel van de KMO-zone ten belope van ca. 2,3 ha. De provincie houdt in het ontwerp Ruimtepact echter vast aan de volledige schrapping van de KMO-zone om ruimtelijke en landschappelijke redenen (impact op landschap en Fruitspoor). Het noordelijk gedeelte van ca. 3,4 ha kan voor stad Tongeren geenszins geschrapt worden. Gelet op het reliëf van het terrein, doet een ontwikkeling van het noordelijk gedeelte geen afbreuk aan de groenblauwe ader en de landschappelijke beleving vanop het Fruitspoor. Gezien de schrapping van het noordelijk en zuidelijk deel blijkbaar één en ondeelbaar is voor de provincie, verzet de stad Tongeren zich tegen de aanduiding van KMO-Noord als ‘mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein’. De KMO-zone Tongeren-Noord is in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) geselecteerd als lokaal bedrijventerrein (bindende bepaling 10). De uitbreiding van KMO-Noord, zoals beoogd in het BPA KMO-Noord en later in het RUP KMO-Noord, is in het richtinggevend deel van het GRS opgenomen, zowel tekstueel als op de kaarten. Bindende bepaling 32 van het GRS voorziet de ‘realisatie van BPA KMO-zone Tongeren-Noord’. Een volledige schrapping van de bedrijvenzone KMO-Noord door de provincie maakt de uitvoering van het GRS op dat punt onmogelijk.
Indien de provincie toch zou overgaan tot de schrapping van de KMO-zone via een provinciaal planningsinitiatief, dan zijn de kosten hiervoor uitsluitend voor de provincie, inclusief de eventuele planschade. De geschrapte oppervlakte aan bedrijventerrein moet daarenboven planologisch volledig gecompenseerd worden elders op het grondgebied van Tongeren, voorafgaand of minstens gelijktijdig aan de schrapping.
Stad Tongeren wenst aanspraak te maken op het provinciaal beheerde contingent m.b.t. de schrapping en compensatie van bedrijventerreinen binnen een neutrale ruimtebalans. Het kleinstedelijk gebied Tongeren en de regionale bedrijventerreinen Overhaem en Tongeren-Oost zijn geselecteerd als ‘provinciale economische dragers’. Gezien dit aanknopingspunten zijn om nieuwe economische ontwikkelingen op te enten, moet daar ook gezocht worden om bijkomende ruimte voor bedrijvigheid te creëren.
Stad Tongeren vraagt om de bestemming van bijkomende planologische ruimte voor bedrijvigheid buiten het contingent van de neutrale ruimtebalans te houden, als de te wijzigen bestemming reeds een ‘harde’ bestemmingscategorie en bestaand ruimtebeslag betreft. Dit betekent dat (delen van) percelen die reeds in gebruik zijn voor bedrijvigheid, wonen, recreatie, gemeenschapsvoorzieningen,… (= bestaand ruimtebeslag), maar niet planologisch bestemd zijn als bedrijventerrein maar voor een andere ‘harde’ functie (bijv. wonen of gemeenschapsvoorzieningen), via een RUP een (geëigende) bestemming als bedrijventerrein kunnen krijgen, los van de provinciale ruimtebalans en zonder andere planologische compensaties.
Het schrappen van de recreatieve nabestemming bij Groeve Francart is in strijd met de bindende bepalingen het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Tongeren. Groeve Francart wordt in de bindende bepalingen van het GRS Tongeren aangeduid als recreatiepool (bindende bepaling 6). Als de recreatieve bestemming geschrapt zou worden, kan de Groeve Francart haar rol volgens het GRS niet meer vervullen als recreatieve pijler binnen Tongeren. Daarom verzet de stad Tongeren zich tegen de aanduiding van Groeve Francart als ‘mogelijk te herbestemmen recreatiegebied’. Bij behoud van de huidige planologische situatie, blijven er toeristisch-recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden bestaan in functie van het aangrenzende Fruitspoor of voor de wijk Nieuw-Tongeren. Stad Tongeren heeft de bedoeling om een klein gedeelte van de Groeve Francart (in actueel landbouwgebruik) via het gemeentelijk RUP Zonevreemde Knelpunten II te herbestemmen naar agrarisch gebied, maar waarbij er voldoende ruimte over blijft om Groeve Francart conform het GRS eventueel als recreatieve pijler uit te bouwen.
Als de provincie de KMO-zone Noord en de recreatieve bestemming van Groeve Fancart wil schrappen, moeten de betreffende bindende bepalingen van het GRS, in casu bindende bepaling nr. 6 en nr. 32, bij de definitieve vaststelling van het Ruimtepact 2040 aangeduid worden dat deze niet meer geldig zijn, omdat ze de facto niet meer realiseerbaar zijn na planologische schrapping van respectievelijk de bedrijvenzone en het recreatiegebied. Hoewel de regelgeving dit voorschrijft, heeft de provincie de intentie tot het aanduiden van niet meer geldige onderdelen niet individueel kenbaar gemaakt hebben aan de gemeente vóór de aanvang van het openbaar onderzoek en de gemeenteraad niet om advies gevraagd voorafgaand aan de definitieve vaststelling. Om procedurefouten bij de totstandkoming van het Ruimtepact 2040 te vermijden, is het daarom aangewezen om de bedrijvenzone KMO-Noord en de Groeve Francart in het definitieve Ruimtepact 2040 niet aan te duiden als mogelijk te herbestemmen bedrijventerrein of recreatiegebied.
Art. 2.1.8. e.v. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat de provincie een provinciaal beleidsplan ruimte kan opmaken en vaststellen.
Art. 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning bepaalt dat de gemeenteraden van de gemeenten in de provincie uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek een schriftelijk advies over het ontwerp van provinciaal beleidsplan ruimte of het ontwerp van beleidskader kunnen bezorgen aan de deputatie.
Art. 30 van voornoemd besluit bepaalt dat de provincieraad onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen kan aanduiden die niet meer geldig zijn, onder voorwaarde dat ze de intentie daarvoor individueel aan de betrokken gemeenten kenbaar heeft gemaakt vóór de aanvang van het openbaar onderzoek of de betrokken gemeenteraad daarover om advies gevraagd heeft voorafgaand aan de definitieve vaststelling, met inachtname van een adviestermijn van zestig dagen.
De gemeenteraad verleent een ongunstig advies op het ontwerp Ruimtepact 2040 van de provincie Limburg en vraagt om bij de definitieve vaststelling van het Beleidsplan Ruimte Limburg rekening te houden met bovenstaand advies en om minstens:
Dit advies van de gemeenteraad wordt in het kader van het openbaar onderzoek en vóór 17 mei 2023 overgemaakt aan de provincie Limburg, afdeling ruimtelijke planning, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt via e-mail aan ruimtepact2040@limburg.be.
Op 1 september 2022 is de concessie voor het plaatsen van publiek toegankelijke laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar domein in Vlaamse steden en gemeenten van start gegaan. Voor de VVR Limburg is de concessie gegund aan Engie, die 2 jaar het recht heeft om laadpalen te plaatsen en ze vervolgens maximaal 12 jaar uit te baten. Met de strategie van "Paal volgt wagen" kunnen burgers, ondernemingen en organisaties via een e-loket een publieke laadpaal aanvragen. Als men zelf geen plaats heeft voor een laadpaal en een bestaand publiek laadstation te veraf is, kan men zo toch een laadpaal op maximaal 250 meter van de woning verkrijgen. Het grootste aantal publieke laadpalen zal via deze weg worden geplaatst.
Via bovenstaande weg wordt een laadpaal gevraagd ter hoogte van Riddersstraat 6, zie voorstel als bijlage gehecht aan de nota. Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met deze locatie.
Ter hoogte van Riddersstraat 6 wordt een elektrische laadpaal geplaatst. De twee nabijgelegen parkeerplaatsen dienen te worden voorbehouden voor elektrische auto's. Deze reglementering zal aangeduid worden via markeringen en het verkeersbord E9a met onderbord 'logo elektrisch laden' en zal ingaan van zodra de signalisatie geplaatst is.
Elk aanvullend reglement op het wegverkeer dat strijdig is met bovenvermelde schikkingen wordt ingetrokken.
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Op 1 september 2022 is de concessie voor het plaatsen van publiek toegankelijke laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar domein in Vlaamse steden en gemeenten van start gegaan. Voor de VVR Limburg is de concessie gegund aan Engie, die 2 jaar het recht heeft om laadpalen te plaatsen en ze vervolgens maximaal 12 jaar uit te baten. Met de strategie van "Paal volgt wagen" kunnen burgers, ondernemingen en organisaties via een e-loket een publieke laadpaal aanvragen. Als men zelf geen plaats heeft voor een laadpaal en een bestaand publiek laadstation te veraf is, kan men zo toch een laadpaal op maximaal 250 meter van de woning verkrijgen. Het grootste aantal publieke laadpalen zal via deze weg worden geplaatst.
Via bovenstaande weg wordt een laadpaal gevraagd ter hoogte van Holleweg 63, zie voorstel als bijlage gehecht aan de nota. Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met deze locatie.
Ter hoogte van Holleweg 63 wordt een elektrische laadpaal geplaatst. De twee nabijgelegen parkeerplaatsen dienen te worden voorbehouden voor elektrische auto's. Deze reglementering zal aangeduid worden via markeringen en het verkeersbord E9a met onderbord 'logo elektrisch laden' en zal ingaan van zodra de signalisatie geplaatst is.
Elk aanvullend reglement op het wegverkeer dat strijdig is met bovenvermelde schikkingen wordt ingetrokken.
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Overwegende dat de desbetreffende ruilverkavelingswegen tot op heden geen statuut van weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs hebben, waardoor de lokale politie bijgevolg niet kan optreden tegen gemotoriseerd sluipverkeer en de fietsers, wandelaars, ruiters en bestuurders van speed pedelecs onbeschermd blijven;
Overwegende dat verkeersleefbaarheid, -veiligheid en fietsbeleid prioritaire aandachtspunten zijn binnen het stedelijk mobiliteitsbeleid;
Overwegende dat sommige ruilverkavelingswegen tot het recreatief fietsroutenetwerk behoren;
Overwegende dat de gemeente Heers op haar grondgebied zal overgaan tot de plaatsing van dezelfde signalisatie om de zone van ruilverkavelingswegen sluitend te maken;
Overwegende dat de hierna voorziene maatregelen gemeentewegen betreffen;
De maatregel gaat van kracht van zodra de bijhorende signalisatie, F99c en F101c-verkeerborden voor wegen voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs, geplaatst is.
Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009;
Jaarbudgetrekening: 0290-00/2250000 - IPJ1
Actie: 24
Krediet: € 40.000,00
Beschikbaar krediet: € 15.255,83 (incl. B.T.W.)
Er dient te worden gewerkt met kwartaalafroep.
Rudi Diels
financieel directeur
De Gemeenteraad keurt het aanvullend verkeersreglement afbakening wegen voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs te Widooie goed.
Het statuut voor wegen voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs wordt weergegeven door het geschrankt plaatsen van verkeersborden rechts van de rijweg ten opzichte van de rijrichting:
Elk aanvullend reglement op het wegverkeer dat strijdig is met bovenvermelde schikkingen wordt ingetrokken.
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
In functie van een betere leesbaarheid en een doelgerichte handhaving door de lokale politie wordt voorgesteld om op de Leopoldwal, Wijkstraat en Neremweg (vanaf Overhaamlaan) te werken met een zonale tonnagebeperking verboden +3,5ton uitgezonderd laden en lossen. De lokale politie kan dan visuele controles uitvoeren (in tegenstelling tot de huidige tonnagebeperking van 5 ton) en bovendien komt de bestaande signalisatie met de uitzondering voor de vage "plaatselijke bediening" te vervallen. Door te opteren voor de uitzondering "laden en lossen" wordt de handhaving sterk vereenvoudigd en bijgevolg ook doeltreffender.
Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009;
Akkoord met voorstel van beslissing.
De bestelling van signalisatie valt binnen het raamcontract.
Jaarbudgetrekening: 0290-00/2250000 - IPJ1
Actie: 24
Krediet: € 40.000,00
Beschikbaar krediet: € 15.255,83 (incl. B.T.W.)
Er dient een kwartaalafroep te worden opgemaakt.
Rudi Diels
financieel directeur
De zonale verkeersborden 'ZC21T 3,5t' en 'ZC21T/ 3,5t' worden op volgende locaties geplaatst:
Het verkeersbord C31a te Stationslaan en het F25-aanwijzingsbord worden gewijzigd naar de nieuwe regelgeving zijnde verboden + 3,5 ton uitgezonderd laden en lossen.
Op volgende locaties wordt de C21-opstelling verwijderd:
Elk aanvullend reglement op het wegverkeer dat strijdig is met bovenvermelde schikkingen wordt ingetrokken.
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Het bestaande kleedkamergebouw annex cafetaria op de terreinen van het sportcomplex ‘Klein Veldje’ vertoont belangrijke gebreken.
De stad Tongeren stelt (het leeuwendeel van) deze infrastructuur ter beschikking aan voetbalclub KSK Tongeren. Deze club organiseert haar jeugdwerking op het hoogste (interprovinciaal) niveau en moet voor het behoud van dit ‘label’ kunnen beschikken over een accommodatie die aan de desbetreffende voorwaarden voldoet. De club heeft momenteel 400 à 450 jeugdspelers.
De stad Tongeren wenst bijgevolg een nieuwe sportaccommodatie die aan de actuele noden beantwoordt, te laten oprichten.
De belangrijkste noden voor de nieuwe sportaccommodatie zijn:
Daarnaast is er behoefte aan de aanleg van een nieuw kunstgrasveld met bijhorende faciliteiten (verlichting, ballenvangers, doelen, dug-outs,…).
Het bestuur wenst voor het ontwerp van deze nieuwe infrastructuur beroep te doen op een ontwerpbureau:
Voorwerp van deze diensten: het maken van een voorstudie en voorontwerp, en eventueel technisch ontwerp, ondersteuning bieden bij de aanbesteding van de werken, het coördineren van en het toezicht houden op de uitvoering van de werken, inzake de bouw van nieuwe sportinfrastructuur, enerzijds een kleedkamergebouw annex cafetaria en tribune en anderzijds een kunstgrasveld, t.h.v. het sportcomplex ‘Klein Veldje’.
Deze opdracht omvat een vast gedeelte en twee voorwaardelijke gedeelten in de zin van art. 57 wet 17/6/2016:
De aanbestedende overheid heeft het recht om binnen een termijn van 3 jaar vanaf de sluiting van de opdracht te beslissen om de voorwaardelijke gedeelten van de opdracht te laten uitvoeren. Zij zal desgevallend haar beslissing ter zake schriftelijk aan de dienstverlener kenbaar maken.
Indien de aanbestedende overheid haar bevel tot uitvoering van het voorwaardelijk gedeelte niet binnen voormelde termijn aan de dienstverlener heeft betekend, dient dit te worden beschouwd als de beslissing tot afzien van de uitvoering van het voorwaardelijk gedeelte.
De uiteindelijke werken worden op dit moment geraamd op 3.000.000,00 euro incl. BTW
De totale geraamde uitgave voor de ontwerpopdracht bedraagt 348.150,00 euro (incl. BTW).
De nodige kredieten worden voorzien in meerjarenplan 2020-2025 onder investeringsprogramma 95 en actie 69.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 10°.
Akkoord met voorstel van beslissing.
In het meerjarenplan Tongeren 2020-2025 derde aanpassing werd via jaarbudgetrekening 0740-00/2140000 - IP95 - actie 69 de nodige kredieten voorzien voor de erelonen.
Rudi Diels
financieel directeur
Gunstig advies voor dienst sport
De plaatsing van de overheidsopdracht inzake Sportcomplex Klein Veldje infrastructuur - ontwerp bij wijze van openbare procedure wordt goedgekeurd.
Het bijgevoegde bestek met referte 2023-018 wordt goedgekeurd.
Overwegende dat volgende wijkkermissen niet meer plaatsvinden :
Overwegende dat de openingsuren, plaatsbepalingen, schorsingsmaatregelen, afvalverwerking en geluidsnormen van de kermissen aan de huidige tijdsgeest dienen aangepast te worden;
Gelet op recente wetswijzigingen;
beslist de gemeenteraad om het aangepaste reglement voor kermisactiviteiten op de openbare kermissen in Tongeren goed te keuren.
Bijlagen:
- huidige reglement 2008
- nieuwe reglement 2023
Decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikelen 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993
Politiereglement op openbare kermissen goedgekeurd door de gemeenteraad op 29 april 2008.
De gemeenteraad keurt het reglement voor kermisactiviteiten op de openbare kermissen in Tongeren goed.
Dit reglement treedt in werking op 1 mei 2023 en het voorgaand politiereglement van 29 april 2008 wordt opgeheven.
Ons bestuur ontving via het centraal kerkbestuur het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Medardus Vreren die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad:
Omwille van het ontbreken van het meerjarenplan dient de gemeenteraad voornoemd budget goed te keuren in plaats van advies te geven.
Artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur
De gemeenteraad keurt het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Medardus Vreren goed.
Dit besluit wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de betrokken diensten.
De uitnodigingsbrief van 27.02.2023 voor de Algemene Vergadering van de Sociale Huisvestingsmaatschappij 'Kleine Landeigendom' op donderdag 25.05.2023 om 19u30 in de burelen van de Kleine Landeigendom, Pliniuswal 1 bus 2 te Tongeren.
Agenda Algemene Vergadering:
De installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad dd. 03.01.2019;
Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 29.04.2019 waarin de heer Yves Knaepen werd aangesteld als vaste afgevaardigde voor de algemene vergadering van de Sociale Huisvestingsmaatschappij 'Kleine Landeigendom';
Gelet op de statuten van voormelde maatschappij;
Gelet op het decreet lokaal bestuur.
De agendapunten van de Algemene Vergadering van 25 mei 2023 van de Sociale Huisvestingsmaatschappij 'Kleine Landeigendom' worden goedgekeurd.
Aan de heer Yves Knaepen, gemeenteraadslid, wonende te 3700 Tongeren, Grote Markt 7, wordt mandaat verleend om op de Algemene Vergadering van de Sociale Huisvestingsmaatschappij 'Kleine Landeigendom' van 25 mei 2023 te handelen.
De gemeenteraad wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de Sociale Huisvestingsmaatschappij 'Kleine Landeigendom'.
Wat is de Stad Tongeren van plan met de concessie van het museumcafé?
Tongerse verenigingen zouden, zolang er geen nieuwe concessiehouder is, gebruik moeten kunnen maken van de benedenverdieping voor het organiseren van recepties, lunches, ontbijten, e.d.....
Ze zouden dit zelf in eigen beheer moeten kunnen doen of zelf een cateraar voorzien.
Voor het gebruik van het museumcafé kunnen een passend tarief en een basisovereenkomst voorzien worden.
Indien dit verzoek beantwoordt aan de decretale vereisten, dienst de gevraagde volksraadpleging "binnen redelijke termijn" georganiseerd te worden.
Bij het bepalen van de "redelijke termijn" moet o.m. rekening gehouden worden met:
Vandaar volgende vragen van de N-VA fractie:
1. Binnen welke termijn zal het CBS het verzoek tot volksraadpleging onderzoeken en het resultaat van dit onderzoek in een gemotiveerd advies meedelen aan de gemeenteraad teneinde de gemeenteraad op de eerstevolgende zitting te laten beslissen over de toelaatbaarheid van het verzoek (artikelen 313 en 314 van het decreet lokaal bestuur)
2. Is het de intentie van het CBS om het onderzoek van het aantal geldige handtekeningen, voorzien in artikel 315 van het decreet lokaal bestuur, te voeren vooraleer het overgaat tot het onderzoek, voorzien in artikel 313 (eerste vraag). Artikel 315 voorziet die mogelijkheid en dit zou bevorderlijk zijn voor het halen van een "redelijke termijn".
3. Wordt op de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad na het onderzoek van het verzoek (art. 314) de datum voorgelegd waarop de volksraadpleging plaats zal vinden?
4. Wordt het ontwerp van de brochure aan de inwoners met objectieve informatie over het onderwerp van de volksraadpleging (verplicht door artikel 316) tijdig ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd? Is het intentie om dit reeds te doen op de eerstvolgende zitting na het onderzoek van het verzoek?